Smultronblom (wilde aarbeien bloesem) – baby muts
Dit lieve mutsje brei je heen en weer, van het voorhoofd naar de nek toe. De inspiratie voor dit patroon komt van de kleine bloemenknopjes die opengaan in het voorjaar.
Smultronblom (wilde aarbeien bloesem) – baby muts
Dit lieve mutsje brei je heen en weer, van het voorhoofd naar de nek toe. De inspiratie voor dit patroon komt van de kleine bloemenknopjes die opengaan in het voorjaar.
Designer: Trine Påskesen
Foto: Daniel Bernstål
Vertalen: Loveina Khans
Productnummer: 92679
Patroon informatie
Gebruikt garen: Junior Raggi (75% wool, 25% nylon, 50gr = 200 m)
Garencategorie: fingering
Garenverbruik: Ca. 20 (25, 30, 35, 40, 45, 50)gr (kleur 68425 Barley)
Alternatieve wol keuzes voor Junior Raggi:
Manos del Uruguay Alegria (75% Merino wool, 25% polyamide, 100gr = 407 m)
Järbo Mio (100% Merino wol, 50gr =175 m)
Manos del Uruguay Alma (100% wol, 100gr =499 m
Stekenverhouding: ca. 28st. x 40t = 10cm op 4,5mm met beide garens samen gebreid.
Maten: extra prematuur (prematuur, pasgeboren, 3, 6, 9, 12) maanden
Omtrek: 32-33 (36-38, 40, 42, 44, 46, 48) cm
Muts lengte: ca. (22, 23.5)cm (van rand tot kroon)
Rondbreinaald en/of sokkennaalden: 2,5 en 3mm (rondbreinaald 80 cm voor Magic Loop, sokkennaalden voor het breien van de hele muts of alleen voor het minderen van de kroon). Plus 2 sokkennaalden in 2 maten minder voor het i-cord. Pas indien nodig naalden aan om de juiste stekenverhouding te behalen.
Accessoires: 1 stekenmarkeerder, schaar en stopnaald
Moeilijkheidsgraad: *
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.