Skald - trui
Een «skald» was een noordse dichter, poëet en verhalenverteller. Ze werkten vaak voor koningen en opperhoofden met om verhalen te zingen over bijzondere prestaties in de verleden tijd.
De trui wordt in het rond gebreid, vanaf beneden naar boven. Brei eerst het lijf en de mouwen apart tot de armsgaten. Daarna worden de delen samengezet op de breinaald en de pas wordt in het rond gebreid met telpatronen en minderingen. Tenslotte wordt een kleine verhoging gebreid in de nek en daarna de halsrand.
Skald - trui
Een «skald» was een noordse dichter, poëet en verhalenverteller. Ze werkten vaak voor koningen en opperhoofden met om verhalen te zingen over bijzondere prestaties in de verleden tijd.
De trui wordt in het rond gebreid, vanaf beneden naar boven. Brei eerst het lijf en de mouwen apart tot de armsgaten. Daarna worden de delen samengezet op de breinaald en de pas wordt in het rond gebreid met telpatronen en minderingen. Tenslotte wordt een kleine verhoging gebreid in de nek en daarna de halsrand.
Designer: Wenche Roald
Foto: Daniel Bernstål
Vertalen: Helene Wallin
Productnummer: 92734
Patroon informatie
Gebruikt garen: Svensk Ull (100 % Zweedse wol. Ca 100 g = 180 m)
Garencategorie: Worsted/Aran
Alternatieve garen keuzes:
Alpe (100 % wol. Ca. 50 g = 100 m)
Raggi (70 % wol "superwash", 30 % polyamide. Ca. 100 g = 150 m)
Ístex Léttlopi (100 % IJslandse wol. Ca. 50 g = 100 m)
Stekenverhouding:
Ca 21 st x 26 t in tricotsteek met “vlooien” op breinld 4 mm = 10 × 10 cm
Ca 21 st x 25 t met het telpatroon en met breinld 4 mm = 10 × 10 cm
Maten: XS (S) M (L) XL (2XL) 3XL (4XL)
Borstomtrek trui: Ca 91,5 (101) 108,5 (116) 124 (133,5) 141 (148,5) cm
Lengte trui: Ca 64 (66) 67 (69,5) 70 (70) 72,5 (72,5) cm
Mouwlengte trui: Ca 48 (49) 50 (51) 51 (51) 52 (53) cm
Verbruikt:
Kl 1: Ca 430 (460) 500 (540) 570 (620) 670 (710) g (kl 59002, Gotland Grey)
Kl 2: Ca 50 (60) 60 (60) 70 (70) 80 (80) g (kl 59014, Midsummer Green)
Kl 3: Ca 30 (30) 30 (40) 40 (40) 40 (50) g (kl 59013, Northern Lights)
Kl 4: Ca 70 (80) 80 (90) 90 (100) 110 (110) g (kl 59008, Pine Tree Green)
Rondbreinaald: 3,5 mm 60 en 80-100 cm. 4 mm 40, 60, 80-100 cm
Sokkenbreinaalden: 3,5 en 4 mm
Moeilijkheidsgraad: ***
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.