Sjörå - trui jurk
Scandinavische eenvoud tijdens de koudere dagen. De jurk is gemakkelijk te dragen naar het werk of thuis, en kan worden gestyled door te kiezen voor schoenen of laarzen, dikke of dunne panty’s. De jurk wordt gebreid met een valse boordsteek, van boven naar beneden, mete en minimale montering.
Sjörå - trui jurk
Scandinavische eenvoud tijdens de koudere dagen. De jurk is gemakkelijk te dragen naar het werk of thuis, en kan worden gestyled door te kiezen voor schoenen of laarzen, dikke of dunne panty’s. De jurk wordt gebreid met een valse boordsteek, van boven naar beneden, mete en minimale montering.
Het patroon in meerdere talen: Järbo Ravelry Store
Designer: Stine Hoelgaard Johansen
Foto: Daniel Bernstål
Productnummer: 92895
Patroon informatie
GAREN Svensk Ull 3 tr (100 % wol. Ca 100 g = 180 m)
GARENALTERNATIEF
Alpe (100 % wol. Ca 50 g = 100 m)
Raggi (70 % wol superwash, 30 % polyamide. Ca 100 g = 150 m)
STEKENVERHOUDING Ca 20 st x 30 t in valse boordsteek op nld 4 mm = 10 x 10 cm
MATEN XXS (XS) S (M) L (XL) 2XL (3XL) 4XL
BORSTWIJDTE Ca 84 (90) 96 (102) 108 (114) 120 (126) 132 cm
LENGTE JURK Ca 75 (78) 81 (85) 85 (85) 85 (85) 85 cm
MOUWLENGTE JURK Ca 44 (44) 44 (44½) 44½ (44½) 45 (45) 45 cm
GARENVERBRUIK Ca 800 (800) 900 (900) 1000 (1000) 1100 (1100) 1200 g (kl 59021, Wasa Crisp)
RONDBREINAALD 3 mm (60 cm) en 4 mm (60 of 80 cm)
SOKKENNAALDEN 3 mm
MOEILIJKHEIDSGRAAD **
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.