Gränna – Sokken
Gränna sokken, leuk om te breien, warm om te dragen. Van boven naar beneden gebreid met verkorte toeren voor de hiel en hak.
Gränna – Sokken
Gränna sokken, leuk om te breien, warm om te dragen. Van boven naar beneden gebreid met verkorte toeren voor de hiel en hak.
Het patroon in meerdere talen: Svarta Fåret Ravelry Store
Designer: Agnes Brandels
Version: 1
Productnummer: 392879
Patroon informatie
GAREN SOX (70% wol, 30% polyamide, ca 50 g = 80 m)
STEKENVERHOUDING Ca 20 st x 24 t met naald 4,5 mm = 10 x 10 cm
MATEN 34–36 (37–39) 40–42 (43–45)
BREEDTE VAN DE SOK Ca 11 (12) 13 (14) cm
SCHACHTLENGTE Ca 12 (14) 15 (15) cm
GARENHOEVEELHEID
Kl 1: Ca 80 (100) 100 (120) g (kl 439241, Candy Pink)
Kl 2: Ca 50 (50) 70 (70) g (kl 439006, Candy Ribbon)
RONDBREINAALD 4 en 4,5 mm, 80 cm voor de magic looptechniek, of sokkennaalden in dezelfde dikte.
BENODIGDHEDEN 2 markeerders
MOEILIJKHEIDSGRAAD gevorderd
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.